Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Ook vernam ik, dat der Levieten [23]deel [hun] niet gegeven was; zodat de Levieten en de zangers, die het [24]werk deden, gevloden waren, een iegelijk naar zijn akker. 23. Dat is, het onderhoud, dat men hun naar Gods wet schuldig was te geven; en waartoe het volk zich met ede verplicht had, boven, hfdst.10 vs.37. 24. Te weten, des Heeren, dat is, de gewoonlijke godsdienst.